Zich ontspannen (relajarse) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de zich ontspannen (relajarse) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

 Zich ontspannen (relajarse) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A1

Módulo 4: Objecten en mensen beschrijven (Describir objetos y personas.)

Lección 29: Fysieke toestanden en sensaties (Estado físico y sensaciones.)

Infinitief Voltooid deelwoord
Zich ontspannen (Relajarse) zich ontspannen (relajarse)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) ontspan me me relajo
(jij) ontspant je tú te relajas
(hij/zij/het) ontspant zich él/ella/ello se relaja
(wij) ontspannen ons nos relajamos
(jullie) ontspannen je vosotros os relajáis
(zij) ontspannen zich ellos se relajan

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) ontspande me me relajé
(jij) ontspande je tú te relajaste
(hij/zij/het) ontspande zich él/ella/eso se relajó
(wij) ontspanden ons nos relajamos
(jullie) ontspanden je vosotros os relajasteis
(zij) ontspanden zich ellas se relajaron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
(ik) heb me ontspannen me he relajado
(jij) hebt/heb je ontspannen tú te has relajado
(hij/zij/het) heeft/het zich ontspannen él/ella/eso se ha relajado
(wij) hebben ons ontspannen nos hemos relajado
(jullie) hebben je ontspannen vosotros os habéis relajado
(zij) hebben zich ontspannen ellos se han relajado

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
(ik) heb me ontspannen me he relajado
(jij) hebt/heb je ontspannen tú te has relajado
(hij/zij/het) heeft zich ontspannen él/ella/ello se ha relajado
(wij) hebben ons ontspannen nos hemos relajado
(jullie) hebben jullie ontspannen vosotros os habéis relajado
(zij) hebben zich ontspannen ellos se han relajado

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal me ontspannen me relajaré
(jij) zal je ontspannen / zult je ontspannen tú te relajarás
(hij/zij/het) zal zich ontspannen él/ella/ello se relajará
(wij) zullen ons ontspannen nos relajaremos
(jullie) zullen je ontspannen vosotros os relajaréis
(zij) zullen zich ontspannen ellos se relajarán

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal me hebben ontspannen yo me habré relajado
(jij) zult je hebben ontspannen/zal je hebben ontspannen tú te habrás relajado
(hij/zij/het) zal zich hebben ontspannen él/ella/eso se habrá relajado
(wij) zullen ons hebben ontspannen nos habremos relajado
(jullie) zullen je hebben ontspannen vosotros os habréis relajado
(zij) zullen zich hebben ontspannen ellos se habrán relajado
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
(ik) zou me ontspannen yo me relajaría
(jij) zou je ontspannen tú te relajarías
(hij/zij/het) zou zich ontspannen él/ella/ello se relajaría
(wij) zouden ons ontspannen nos relajaríamos
(jullie) zouden je ontspannen vosotros os relajaríais
(zij) zouden zich ontspannen ellos se relajarían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
(ik) zou me ontspannen hebben yo me habría relajado
(jij) zou je ontspannen hebben tú te habrías relajado
(hij/zij/het) zou zich ontspannen hebben él/ella/ello se habría relajado
(wij) zouden ons ontspannen hebben nos habríamos relajado
(jullie) zouden je ontspannen hebben vosotros os habríais relajado
(zij) zouden zich ontspannen hebben ellos se habrían relajado
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Ontspan! ¡Relájate!