Houden (mantener) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente Incompleto, modo imperativo)

 Houden (mantener) - Conjugación de verbos y ejercicios

Houden - Conjugación de Mantener en neerlandés: Tabla de conjugación, ejemplos y ejercicios en el presente continuo, modo indicativo. (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente Incompleto, modo imperativo)

Todas las conjugaciones y tiempos: Houden (mantener) - Conjugación de verbos y ejercicios

Plan de estudios: Clase de neerlandés - Als toerist in de stad (Como turista en la ciudad)

Conjugación de mantener en presente de indicativo

Neerlandés Español
(ik) houd yo mantengo
(jij) houdt/houd tú mantienes/mantén
(hij/zij/het) houdt él/ella/ello mantiene
(wij) houden nosotros mantenemos
(jullie) houden vosotros mantenéis
(zij) houden ellas mantienen

Frases de ejemplo

Neerlandés Español
Ik houd van het uitzicht bij de kerk. Yo mantengo la vista en la iglesia.
Jij houdt van een wandeling maken in de stad. Tú te gusta pasear por la ciudad.
Hij houdt altijd het monument goed in zicht. Él siempre mantiene el monumento bien a la vista.
Wij houden de plattegrond klaar voor ons bezoek. Nosotros mantenemos el plano listo para nuestra visita.
Jullie houden het kaartje bij de hand tijdens de tour. Ustedes mantienen la tarjeta a mano durante el tour.
Zij houden van foto's maken bij het toerismebureau. Ellos mantienen hacer fotos en la oficina de turismo.

Ejercicio: Conjugación verbal

Instrucción: Elige la forma correcta.

Mostrar traducción Mostrar respuestas

<strong>houd, houd, houdt, houden

1.
Ik ... van het uitzicht bij de kerk.
(Yo mantengo la vista en la iglesia.)
2.
Jullie ... het kaartje bij de hand tijdens de tour.
(Ustedes mantienen la tarjeta a mano durante el tour.)
3.
Hij ... altijd het monument goed in zicht.
(Él siempre mantiene el monumento bien a la vista.)
4.
Wij ... de plattegrond klaar voor ons bezoek.
(Nosotros mantenemos el plano listo para nuestra visita.)
5.
Jij ...t van een wandeling maken in de stad.
(Tú te gusta pasear por la ciudad.)
6.
Zij ... van foto's maken bij het toerismebureau.
(Ellos mantienen hacer fotos en la oficina de turismo.)