Afstuderen (graduarse) - Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Pretérito imperfecto, modo imperativo) Compartir ¡Copiado!

Afstuderen - Conjugación de graduarse en neerlandés: tabla de conjugación, ejemplos y ejercicios en pasado perfecto, modo indicativo (Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs).
Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Pretérito imperfecto, modo imperativo)
Todas las conjugaciones y tiempos: Afstuderen (graduarse) - Conjugación de verbos y ejercicios
Plan de estudios: Clase de neerlandés - Universitaire opleiding (Título universitario)
Conjugación de graduarse en pretérito imperfecto
Neerlandés | Español |
---|---|
(ik) studeerde af / studeerde af | yo me gradué / me gradué |
(jij) studeerde af / studeerde af | tú te graduaste |
(hij/zij/het) studeerde af / studeerde af | él/ella/ello se graduó |
(wij) studeerden af | nosotros nos graduamos |
(jullie) studeerden af | vosotros os graduasteis |
(zij) studeerden af | Ellos se graduaron |
Frases de ejemplo
Neerlandés | Español |
---|---|
Ik studeerde af met een relevant certificaat. | Me gradué con un certificado relevante. |
Jij studeerde af en stuurde het cv op. | Te graduaste y enviaste el currículum. |
Hij studeerde af vóór het sollicitatiegesprek. | Se graduó antes de la entrevista de trabajo. |
Wij studeerden af en verzonden de sollicitatiebrief. | Nos graduamos y enviamos la carta de solicitud. |
Jullie studeerden af en behaalden werkervaring. | Os graduasteis y adquiristeis experiencia laboral. |
Zij studeerden af en werden geselecteerd voor de job. | Se graduaron y fueron seleccionados para el trabajo. |
Ejercicio: Conjugación verbal
Instrucción: Elige la forma correcta.
af, studeerde, studeerden af
1.
Jullie ... en behaalden werkervaring.
(Os graduasteis y adquiristeis experiencia laboral.)
2.
Wij ... en verzonden de sollicitatiebrief.
(Nos graduamos y enviamos la carta de solicitud.)
3.
Zij ... en werden geselecteerd voor de job.
(Se graduaron y fueron seleccionados para el trabajo.)
4.
Jij ... ... en stuurde het cv op.
(Te graduaste y enviaste el currículum.)
5.
Ik ... ... met een relevant certificaat.
(Me gradué con un certificado relevante.)
6.
Hij ... ... vóór het sollicitatiegesprek.
(Se graduó antes de la entrevista de trabajo.)