- Estas expresiones temporales pueden ir acompañadas del pretérito imperfecto o del pretérito perfecto compuesto.
- 'Een tijd geleden' = tiempo indefinido en el pasado.
Tijdsuitdrukking (Expresión temporal) | Voorbeeldzin (Frase de ejemplo) |
---|---|
deze week (esta semana) | We hebben deze week in het zwembad getraind. (Esta semana hemos entrenado en la piscina.) |
gisteren (ayer) | Ze rende gisteren een lange afstand. (Ella corrió una larga distancia ayer.) |
een tijd geleden (hace un tiempo) | Een tijd geleden deed ik elke dag oefeningen. (Hace un tiempo hacía ejercicios todos los días.) |
vandaag (hoy) | Vandaag heb ik een krachttraining gedaan. (Hoy he hecho un entrenamiento de fuerza.) |
Ejercicio 1: Tijdsuitdrukkingen (deze week, een tijd geleden, ...)
Instrucción: Rellena la palabra correcta.
Vandaag, Een tijd geleden, deze week, een tijd geleden, gisteren, Gisteren
1.
We trainden samen ... in het zwembad.
(Entrenamos juntos esta semana en la piscina.)
2.
Ze liep ... een lange afstand.
(Ella caminó una larga distancia ayer.)
3.
... deed ik mijn routine op het strand.
(Hoy hice mi rutina en la playa.)
4.
Ik heb ... elke dag getraind.
(Entrenaba todos los días hace un tiempo.)
5.
... deed ik elke dag oefeningen.
(Hace un tiempo hacía ejercicios todos los días.)
6.
We trainden ... extra hard voor het toernooi.
(Entrenamos esta semana extra duro para el torneo.)
7.
... voelde ik me moe na de oefeningen.
(Ayer me sentí cansado después de los ejercicios.)
8.
... doe ik mijn routine op het strand.
(Ayer hice mi rutina en la playa.)
Ejercicio 2: Opción múltiple
Instrucción: Elige la frase correcta con la expresión temporal adecuada y la forma verbal correcta.
1.
Bij 'deze week' hoort meestal de voltooid tegenwoordige tijd, niet de onvoltooid verleden tijd.
De verleden tijd 'had gewerkt' past niet goed bij 'deze week', dat meestal met voltooid tegenwoordige tijd wordt gebruikt.
2.
'Hardlopen' is hier fout gebruikt; er moet een voltooid deelwoord volgen bij 'heb' in de voltooid tegenwoordige tijd.
'Iedere dag' past niet bij 'gisteren', en de combinatie met voltooid tegenwoordige tijd klopt hier niet.
3.
Met 'een tijd geleden' gebruik je meestal de onvoltooid verleden tijd; voltooid tegenwoordige tijd is onjuist.
De persoonsvorm is fout en de tijd klopt niet bij 'een tijd geleden'.
4.
'Altijd' met 'vandaag' en onvoltooid verleden tijd zorgt voor verwarring over de tijd.
Bij 'vandaag' hoort meestal de voltooid tegenwoordige tijd; onvoltooid verleden tijd klinkt hier minder natuurlijk.