Pautas docentes +/- 15 minutos

Audio y vídeo

  1. Fórmula: 'Als' + onvoltooid verleden tijd, 'zou/zouden' + infinitief.
  2. La situación es improbable o irreal.
  3. Se usa con frecuencia con deseos o ideas hipotéticas.
Bijzin: voorwaarde (Oración subordinada: condición)Hoofdzin: resultaat (Oración principal: resultado)
Als ik tijd had, (Si tuviera tiempo,)zou ik veel romans lezen. (leería muchas novelas.)
Als het horrorverhaal echt was, (Si la historia de terror fuera real,)zou ik heel bang zijn. (estaría muy asustado)
Als ik rijk was, (Si yo fuera rico,)zou ik de wereld rondreizen. (viajaría por el mundo.)
Als zij vaker las, (Si ella leyera más a menudo,)zou haar literatuurkennis groeien. (su conocimiento literario crecería)

¡Excepciones!

  1. La oración principal suele ir después de la condición, pero también puede estar al principio.

Ejercicio 1: De irreële voorwaarde

Instrucción: Rellena la palabra correcta.

Mostrar traducción Mostrar respuestas

lezen, vroeg, zouden, was, zou, werkte, had

1. Hebben:
Als ik tijd ..., zou ik een roman lezen.
(Si tuviera tiempo, leería una novela.)
2. Zullen:
Als jij vaker las, ... je meer van poëzie houden.
(Si leyeras más a menudo, te gustaría más la poesía.)
3. Zijn:
Als jij stil ..., zou ik beter kunnen luisteren.
(Si tú guardaras silencio, podría escuchar mejor.)
4. Vragen:
Als ze het ..., zou ik haar een boek uitlenen.
(Si ella lo pidiera, le prestaría un libro.)
5. Werken:
Als jij minder ..., zou je meer tijd hebben om te lezen.
(Si trabajaras menos, tendrías más tiempo para leer.)
6. Zullen:
Als we in een bibliotheek werkten, ... we veel boeken lezen.
(Si trabajáramos en una biblioteca, leeríamos muchos libros.)
7. Hebben:
Als ik meer geld ..., zou ik een auto kopen.
(Si tuviera más dinero, compraría un coche.)
8. Lezen:
Als het vandaag mooi weer was, gingen we buiten ....
(Si hoy hiciera buen tiempo, saldríamos a leer fuera.)

Ejercicio 2: Opción múltiple

Instrucción: Elige la frase que sea correcta con la condición irreal. Fíjate en el uso correcto de 'als' + pretérito imperfecto y 'zou/zouden' + infinitivo.

1.
Fout omdat in de hoofdzin 'zal' wordt gebruikt in plaats van 'zou', wat verplicht is bij een irreële voorwaarde.
Fout omdat 'heb gekend' de voltooid tegenwoordige tijd is, terwijl de irreële voorwaarde de onvoltooid verleden tijd vereist.
2.
Fout omdat de bijzin met 'Zou' begint en 'hebben' in de infinitief staat; de bijzin moet de onvoltooid verleden tijd gebruiken en met 'als' beginnen.
Fout omdat in de hoofdzin 'zal' wordt gebruikt in plaats van 'zou', terwijl bij de irreële voorwaarde 'zou' hoort.
3.
Fout omdat de bijzin onjuist is gevormd; 'zou zijn' mag niet in de bijzin bij irreële voorwaarden.
Fout omdat in de hoofdzin geen 'zou' wordt gebruikt; 'koop' is tegenwoordige tijd en past niet bij irreële voorwaarde.
4.
Fout omdat de bijzin begint met 'Zou' en 'lezen' is in de infinitief; de bijzin moet met 'als' beginnen en de onvoltooid verleden tijd gebruiken.
Fout omdat in de hoofdzin 'zal' wordt gebruikt in plaats van 'zou', wat verplicht is bij een irreële voorwaarde.