Zich vervelen (aburrirse) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de zich vervelen (aburrirse) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

 Zich vervelen (aburrirse) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A2

Módulo 5: Dagelijks huishouden (Labores domésticas diarias)

Lección 34: Met pensioen gaan (Estar jubilado)

Infinitief Voltooid deelwoord
Zich vervelen (aburrirse) Zich verveeld (aburrido)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) verveel yo me aburro
(jij) verveelt / verveel tú te aburres
(hij/zij/het) verveelt él/ella/ello se aburre
(wij) vervelen nos aburrimos
(jullie) vervelen vosotros os aburrís
(zij) vervelen ellas se aburren

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) verveelde me me aburrí
(jij) verveelde je / verveelde u tú te aburriste / usted se aburrió
(hij/zij/het) verveelde zich él/ella/eso se aburrió
(wij) verveelden ons nos aburrimos
(jullie) verveelden je / verveelden u vosotros os aburristeis / usted se aburrió
(zij) verveelden zich ellos se aburrían

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
(ik) heb me verveeld me he aburrido
(jij) hebt je verveeld / hebt u zich verveeld tú te has aburrido / usted se ha aburrido
(hij/zij/het) heeft zich verveeld él/ella/eso se ha aburrido
(wij) hebben ons verveeld nos hemos aburrido
(jullie) hebben je verveeld / hebben u zich verveeld vosotros os habéis aburrido / usted se ha aburrido
(zij) hebben zich verveeld ellos se han aburrido

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
(ik) heb mij verveeld Me aburrí
(jij) heb jij je verveeld / hebt jij je verveeld tú te has aburrido / tú te has aburrido
(hij/zij/het) heeft zich verveeld él/ella/eso se aburrió
(wij) hebben ons verveeld nos aburrimos
(jullie) hebben je verveeld vosotros os habéis aburrido
(zij) hebben zich verveeld ellas se aburrieron

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal mij vervelen me aburriré
(jij) zal/zult je vervelen tú te aburrirás
(hij/zij/het) zal zich vervelen él/ella/eso se aburrirá
(wij) zullen ons vervelen nos aburriremos
(jullie) zullen je vervelen vosotros os aburriréis
(zij) zullen zich vervelen ellos se aburrirán

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal mij hebben verveeld / zou mij hebben verveeld yo me habré aburrido / yo me habría aburrido
(jij) zul jij/zal jij je hebben verveeld / zou jij je hebben verveeld tú habrás estado aburrido / tú habrías estado aburrido
(hij/zij/het) zal zich hebben verveeld / zou zich hebben verveeld él/ella/ello se habrá aburrido
(wij) zullen ons hebben verveeld / zouden ons hebben verveeld nos habremos aburrido / nos habríamos aburrido
(jullie) zullen je hebben verveeld / zouden je hebben verveeld vosotros habréis estado aburridos / vosotros estaríais aburridos
(zij) zullen zich hebben verveeld / zouden zich hebben verveeld ellos se habrán aburrido / ellos se habrían aburrido
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
ik zou me vervelen yo me aburriría
jij zou je vervelen tú te aburrirías
hij/zij/het zou zich vervelen él/ella/ello se aburriría
wij zouden ons vervelen nos aburriríamos
jullie zouden je vervelen vosotros os aburriríais
zij zouden zich vervelen ellos se aburrirían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
ik zou mij verveeld hebben yo me habría aburrido
jij zou je verveeld hebben tú te habrías aburrido
hij/zij/het zou zich verveeld hebben él se habría aburrido
wij zouden ons verveeld hebben nos habríamos aburrido
jullie zouden je verveeld hebben vosotros os habríais aburrido
zij zouden zich verveeld hebben ellos se habrían aburrido
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Verveel je! Tú te aburres