Zich afmelden (desconectarse) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de zich afmelden (desconectarse) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

 Zich afmelden (desconectarse) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A2

Módulo 6: Op het werk (En el trabajo)

Lección 43: Thuiswerken of op kantoor? (¿Teletrabajo u oficina?)

Infinitief Voltooid deelwoord
Zich afmelden (Desconectarse) Zich afgemeld (desconectado)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) meld mij af yo me desconecto
(jij) meldt/jij meldt af tú te desconectas/tú te desconectas
(hij/zij/het) meldt af él/ella/eso se desconecta
(wij) melden ons af nos desconectamos
(jullie) melden je af vosotros os desconectáis
(zij) melden zich af ellos se desconectan

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) meldde me af me desconecté
(jij) meldde je af/melde u af tú te desconectaste
(hij/zij/het) meldde zich af él/ella/ello se desconectó
(wij) melden ons af nos desconectamos
(jullie) meldden je af/meldden u af vosotros os desconectasteis / usted se desconectó
(zij) melden zich af ellas se desconectaron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
(ik) heb me afgemeld yo me he desconectado
(jij) hebt je afgemeld / hebt u afgemeld tú te has desconectado / usted se ha desconectado
(hij/zij/het) heeft zich afgemeld él/ella/ello se ha desconectado
(wij) hebben ons afgemeld nos hemos desconectado
(jullie) hebben je afgemeld vosotros os habéis desconectado
(zij) hebben zich afgemeld Ellos se han desconectado

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
(ik) heb me afgemeld yo me he desconectado
(jij) hebt je afgemeld / hebt u zich afgemeld tú te has desconectado / usted se ha desconectado
(hij/zij/het) heeft zich afgemeld él/ella/eso se ha desconectado
(wij) hebben ons afgemeld nos hemos desconectado
(jullie) hebben je afgemeld / hebben jullie je afgemeld vosotros os habéis desconectado / vosotros os habéis desconectado
(zij) hebben zich afgemeld ellos se han desconectado

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal me afmelden yo me desconectaré
(jij) zal je afmelden/zult je afmelden tú te desconectarás/tú te vas a desconectar
(hij/zij/het) zal zich afmelden él/ella/ello se desconectará
(wij) zullen ons afmelden nos desconectaremos
(jullie) zullen je afmelden/zullen jullie afmelden vosotros os desconectaréis
(zij) zullen zich afmelden ellos se desconectarán

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal me hebben afgemeld yo me habré desconectado
(jij) zult je hebben afgemeld / zult u hebben afgemeld tú te habrás desconectado / usted se habrá desconectado
(hij/zij/het) zal zich hebben afgemeld él/ella/eso se habrá desconectado
(wij) zullen ons hebben afgemeld nos habremos desconectado
(jullie) zullen je hebben afgemeld vosotros os habréis desconectado
(zij) zullen zich hebben afgemeld ellos se habrán desconectado
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
ik zou mij afmelden yo me desconectaría
jij zou je afmelden / zou jij je afmelden tú te desconectarías / te desconectarías tú
hij/zij/het zou zich afmelden él/ella/ello se desconectaría
wij zouden ons afmelden nos desconectaríamos
jullie zouden je afmelden vosotros os desconectaríais
zij zouden zich afmelden ellos se desconectarían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
ik zou mij afgemeld hebben yo me habría desconectado
jij zou je afgemeld hebben tú te habrías desconectado
hij/zij/het zou zich afgemeld hebben él/ella/eso se habría desconectado
wij zouden ons afgemeld hebben nos habríamos desconectado
jullie zouden je afgemeld hebben vosotros os habríais desconectado
zij zouden zich afgemeld hebben ellos se habrían desconectado
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Meld Me Af! desconéctate