Voelen (sentir) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de voelen (sentir) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

 Voelen (sentir) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A1

Módulo 4: Objecten en mensen beschrijven (Describir objetos y personas.)

Lección 26: Zintuigen en waarnemen (Sentidos y percepción)

Infinitief Voltooid deelwoord
Voelen (Sentir) Gevoeld (Sentido)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) voel yo siento
(jij) voelt/voel tú sientes/siento
(hij/zij/het) voelt él/ella/eso siente
(wij) voelen nosotros sentimos
(jullie) voelen vosotros sentís
(zij) voelen ellos sienten

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) voelde yo sentí
(jij) voelde/voeldet tú sentiste
(hij/zij/het) voelde él/ella/ello sintió
(wij) voelden nosotros sentimos
(jullie) voelden vosotros sentisteis
(zij) voelden ellos sintieron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
(ik) heb gevoeld yo he sentido
(jij) hebt gevoeld tú has sentido
(hij/zij/het) heeft gevoeld él/ella/eso ha sentido
(wij) hebben gevoeld nosotros hemos sentido
(jullie) hebben gevoeld vosotros habéis sentido
(zij) hebben gevoeld ellos han sentido

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
(ik) heb gevoeld yo he sentido
(jij) hebt/ heeft gevoeld tú has sentido
(hij/zij/het) heeft gevoeld él/ella/eso ha sentido
(wij) hebben gevoeld nosotros hemos sentido
(jullie) hebben gevoeld vosotros habéis sentido
(zij) hebben gevoeld ellos han sentido

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal gevoeld hebben yo sentiré
(jij) zult/zal gevoeld hebben tú habrás sentido
(hij/zij/het) zal gevoeld hebben él/ella/ello habrá sentido
(wij) zullen gevoeld hebben nosotros sentiremos
(jullie) zullen gevoeld hebben vosotros habréis sentido
(zij) zullen gevoeld hebben ellos sentirán

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal hebben gevoeld yo habré sentido
(jij) zult/zal hebben gevoeld tú habrás sentido
(hij/zij/het) zal hebben gevoeld él/ella/ello habrá sentido
(wij) zullen hebben gevoeld nosotros habremos sentido
(jullie) zullen hebben gevoeld vosotros habréis sentido
(zij) zullen hebben gevoeld ellos habrán sentido
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
(ik) zou voelen yo sentiría
(jij) zou voelen tú sentirías
(hij/zij/het) zou voelen él/ella/ello sentiría
(wij) zouden voelen nosotros sentiríamos
(jullie) zouden voelen vosotros sentiríais
(zij) zouden voelen ellos sentirían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
(ik) zou gevoeld hebben yo habría sentido
(jij) zou gevoeld hebben tú habrías sentido
(hij/zij/het) zou gevoeld hebben él/ella/ello habría sentido
(wij) zouden gevoeld hebben nosotros habríamos sentido
(jullie) zouden gevoeld hebben vosotros habríais sentido
(zij) zouden gevoeld hebben ellos habrían sentido
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Voel! (tú) siente