10K+ estudiantes - 4.8/5

Aprende con un profesor Materiales de aprendizaje incluidos Practicar conversación

Voelen (sentir) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de voelen (sentir) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

 Voelen (sentir) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A1

Módulo 2: Van uren tot seizoenen (De horas a estaciones)

Lección 10: Het weer (El clima y el tiempo)

Infinitief Voltooid deelwoord
Voelen (Sentir) Gevoeld (Sentido)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
ik voel yo siento
jij voelt tú sientes
hij/zij/het voelt él/ella/ello siente
wij voelen nosotros sentimos
jullie voelen vosotros sentís
zij voelen ellos/ellas sienten

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
ik voelde yo sentí
jij voelde tú sentiste
hij/zij/het voelde él/ella lo sintió
wij voelden nosotros sentíamos
jullie voelden vosotros sentíais
zij voelden ellos sintieron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
ik heb gevoeld he sentido
jij hebt/heb gevoeld tú has sentido
hij/zij/het heeft gevoeld él/ella ha sentido
wij hebben gevoeld nosotros hemos sentido
jullie hebben gevoeld vosotros habéis sentido
zij hebben gevoeld ellos/ellas han sentido

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
ik heb gevoeld he sentido
jij hebt gevoeld tú has sentido
hij/zij/het heeft gevoeld él/ella/ello ha sentido
wij hebben gevoeld nosotros hemos sentido
jullie hebben gevoeld vosotros habéis sentido
zij hebben gevoeld ellos han sentido

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
ik zal me voelen me sentiré
jij zult je voelen/zal je voelen tú te sentirás
hij/zij/het zal zich voelen Él/ella/ello se sentirá
wij zullen ons voelen nos sentiremos
jullie zullen je voelen vosotros sentiréis
zij zullen zich voelen ellos/ellas se sentirán

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
ik zal gevoeld hebben yo habré sentido
jij zult/zal gevoeld hebben tú habrás sentido
hij/zij/het zal gevoeld hebben Él/ella/ello habrá sentido
wij zullen gevoeld hebben nosotros habremos sentido
jullie zullen gevoeld hebben vosotros habréis sentido
zij zullen gevoeld hebben ellos habrán sentido
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
ik zou voelen yo sentiría
jij zou voelen tú sentirías
hij/zij/het zou voelen él/ella/ello sentiría
wij zouden voelen nosotros sentiríamos
jullie zouden voelen vosotros sentiríais
zij zouden voelen ellos sentirían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
ik zou gevoeld hebben yo habría sentido
jij zou gevoeld hebben tú habrías sentido
hij/zij/het zou gevoeld hebben él/ella/ello habría sentido
wij zouden gevoeld hebben nosotros habríamos sentido
jullie zouden gevoeld hebben vosotros habríais sentido
zij zouden gevoeld hebben ellos habrían sentido
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Voel! (tú) siente