10K+ estudiantes - 4.8/5
Aprende con un profesor Materiales de aprendizaje incluidos Practicar conversación

Ontdekken (descubrir) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de ontdekken (descubrir) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

Ontdekken (descubrir) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A2

Módulo 1: Reizen: op avontuur! (Viajar: ¡A lo desconocido!)

Lección 7: Als toerist in de stad (Como turista en la ciudad)

Infinitief Voltooid deelwoord
Ontdekken (Descubrir) Ontdekt (Descubierto)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) ontdek yo descubro
(jij) ontdekt/ontdek tú descubres/descubre
(hij/zij/het) ontdekt él/ella/ello descubre
(wij) ontdekken nosotros descubrimos
(jullie) ontdekken vosotros descubrís
(zij) ontdekken ellas descubren

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) ontdekte yo descubrí
(jij) ontdekte/ontdekt tú descubriste
(hij/zij/het) ontdekte él/ella/eso descubrió
(wij) ontdekten nosotros descubrimos
(jullie) ontdekten vosotros descubristeis
(zij) ontdekten ellos descubrieron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
(ik) heb ontdekt yo he descubierto
(jij) hebt ontdekt/hebt ontdekt tú has descubierto
(hij/zij/het) heeft ontdekt él/ella/ello ha descubierto
(wij) hebben ontdekt nosotros hemos descubierto
(jullie) hebben ontdekt vosotros habéis descubierto
(zij) hebben ontdekt ellos han descubierto

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
ik had ontdekt yo había descubierto
jij had ontdekt / had jij ontdekt? tú habías descubierto / habías descubierto tú
hij/zij/het had ontdekt él/ella/ello había descubierto
wij hadden ontdekt nosotros descubrimos
jullie hadden ontdekt vosotros habíais descubierto
zij hadden ontdekt ellos descubrieron

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal hebben ontdekt / zal ontdekt hebben yo habré descubierto
(jij) zal hebben ontdekt / zal ontdekt hebben tú habrás descubierto
(hij/zij/het) zal hebben ontdekt / zal ontdekt hebben él/ella/ello habrá descubierto
(wij) zullen hebben ontdekt / zullen ontdekt hebben nosotros habremos descubierto
(jullie) zullen hebben ontdekt / zullen ontdekt hebben vosotros habréis descubierto
(zij) zullen hebben ontdekt / zullen ontdekt hebben ellos habrán descubierto

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal hebben ontdekt yo habré descubierto
(jij) zal hebben ontdekt / zult hebben ontdekt tú habrás descubierto
(hij/zij/het) zal hebben ontdekt él/ella/ello habrá descubierto
(wij) zullen hebben ontdekt nosotros habremos descubierto
(jullie) zullen hebben ontdekt vosotros habréis descubierto
(zij) zullen hebben ontdekt ellos habrán descubierto
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
(ik) zou hebben ontdekt yo descubriría
(jij) zou hebben ontdekt tú descubrirías
(hij/zij/het) zou hebben ontdekt él/ella/eso habría descubierto
(wij) zouden hebben ontdekt nosotros habríamos descubierto
(jullie) zouden hebben ontdekt vosotros habríais descubierto
(zij) zouden hebben ontdekt ellos descubrirían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
ik zou ontdekt hebben yo habría descubierto
jij zou ontdekt hebben tú habrías descubierto
hij/zij/het zou ontdekt hebben Él/ella/ello habría descubierto
wij zouden ontdekt hebben nosotros habríamos descubierto
jullie zouden ontdekt hebben vosotros habríais descubierto
zij zouden ontdekt hebben Ellos descubrirían
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Ontdek! descubre