10K+ estudiantes - 4.8/5
Aprende con un profesor Materiales de aprendizaje incluidos Practicar conversación

Onderzoeken (investigar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de onderzoeken (investigar) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

Onderzoeken (investigar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A2

Módulo 5: Dagelijks huishouden (Labores domésticas diarias)

Lección 30: In de bibliotheek (En la biblioteca)

Infinitief Voltooid deelwoord
Onderzoeken (investigar) Onderzocht (investigado)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) onderzoek yo investigo
(jij) onderzoekt/onderzoek tú investigas/investigas
(hij/zij/het) onderzoekt él/ella/ello investiga
(wij) onderzoeken nosotros investigamos
(jullie) onderzoeken vosotros investigáis
(zij) onderzoeken ellos investigan

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) onderzocht yo investigué
(jij) onderzocht tú investigaste
(hij/zij/het) onderzocht él/ella/ello investigó
(wij) onderzochten nosotros investigamos
(jullie) onderzochten vosotros investigasteis
(zij) onderzochten ellos investigaron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
(ik) heb onderzocht yo he investigado
(jij) hebt onderzocht/hebt onderzocht tú has investigado
(hij/zij/het) heeft onderzocht él/ella/ello ha investigado
(wij) hebben onderzocht nosotros hemos investigado
(jullie) hebben onderzocht vosotros habéis investigado
(zij) hebben onderzocht ellas han investigado

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
(ik) heb onderzocht yo he investigado
(jij) hebt onderzocht/hebt onderzocht? tú has investigado
(hij/zij/het) heeft onderzocht él/ella/ello ha investigado
(wij) hebben onderzocht nosotros hemos investigado
(jullie) hebben onderzocht vosotros habéis investigado
(zij) hebben onderzocht ellos han investigado

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal onderzoeken yo investigaré
(jij) zal onderzoeken / zult onderzoeken tú investigarás
(hij/zij/het) zal onderzoeken él/ella/eso investigará
(wij) zullen onderzoeken nosotros investigaremos
(jullie) zullen onderzoeken vosotros investigaréis
(zij) zullen onderzoeken ellos investigarán

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal onderzocht hebben yo habré investigado
(jij) zal onderzocht hebben / zul onderzocht hebben tú habrás investigado
(hij/zij/het) zal onderzocht hebben él/ella/eso habrá investigado
(wij) zullen onderzocht hebben nosotros habremos investigado
(jullie) zullen onderzocht hebben vosotros habréis investigado
(zij) zullen onderzocht hebben ellos habrán investigado
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
(ik) zou onderzoeken yo investigaría
(jij) zou onderzoeken tú investigarías
(hij/zij/het) zou onderzoeken él/ella/eso investigaría
(wij) zouden onderzoeken nosotros investigaríamos
(jullie) zouden onderzoeken vosotros investigaríais
(zij) zouden onderzoeken ellos investigarían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
(ik) zou onderzocht hebben yo habría investigado
(jij) zou onderzocht hebben tú habrías investigado
(hij/zij/het) zou onderzocht hebben él/ella/ello habría investigado
(wij) zouden onderzocht hebben nosotros habríamos investigado
(jullie) zouden onderzocht hebben vosotros habríais investigado
(zij) zouden onderzocht hebben ellos habrían investigado
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Onderzoek! tú investigas