10K+ estudiantes - 4.8/5

Aprende con un profesor Materiales de aprendizaje incluidos Practicar conversación

Betalen (pagar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de betalen (pagar) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

 Betalen (pagar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A1

Módulo 3: Dag tot dag (Día a día)

Lección 19: Prijzen en geld (Precios y dinero)

Infinitief Voltooid deelwoord
Betalen (pagar) Betaald (Pagado)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
ik betaal yo pago
jij betaalt tú pagas
hij/zij/het betaalt él/ella/ello paga
wij betalen nosotros pagamos
jullie betalen vosotros pagáis
zij betalen ellos pagan

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
ik betaalde yo pagué
jij betaalde/betaaldet tú pagaste
hij/zij/het betaalde Él/ella lo pagó
wij betaalden nosotros pagamos
jullie betaalden vosotros pagabais
zij betaalden ellos pagaron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
ik heb betaald yo he pagado
jij hebt betaald tú has pagado
hij/zij/het heeft betaald Él/ella/ello ha pagado
wij hebben betaald nosotros hemos pagado
jullie hebben betaald vosotros habéis pagado
zij hebben betaald ellos/ellas han pagado

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
ik heb betaald he pagado
jij hebt betaald tú has pagado
hij/zij/het heeft betaald Él/ella/ello ha pagado
wij hebben betaald nosotros hemos pagado
jullie hebben betaald vosotros habéis pagado
zij hebben betaald Ellos han pagado

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
ik zal betalen yo pagaré
jij zult/betaalt tú pagarás
hij/zij/het zal betalen Él/ella/eso pagará
wij zullen betalen nosotros pagaremos
jullie zullen betalen vosotros pagaréis
zij zullen betalen ellos/ellas pagarán

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
ik zal betaald hebben yo habré pagado
jij zult/zal betaald hebben tú habrás pagado
hij/zij/het zal betaald hebben Él/ella/ello habrá pagado
wij zullen betaald hebben nosotros habremos pagado
jullie zullen betaald hebben vosotros habréis pagado
zij zullen betaald hebben ellos habrán pagado
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
ik zou betalen yo pagaría
jij zou betalen tú pagarías
hij/zij/het zou betalen Él/ella/ello pagaría
wij zouden betalen nosotros pagaríamos
jullie zouden betalen vosotros pagaríais
zij zouden betalen ellos/ellas pagarían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
ik zou betaald hebben yo habría pagado
jij zou betaald hebben tú habrías pagado
hij/zij/het zou betaald hebben Él/ella/ello habría pagado
wij zouden betaald hebben nosotros habríamos pagado
jullie zouden betaald hebben vosotros habríais pagado
zij zouden betaald hebben ellos/ellas habrían pagado
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Betaal! ¡Paga!