Aankomen (llegar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de aankomen (llegar) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

 Aankomen (llegar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A1

Módulo 2: Van uren tot seizoenen (De horas a estaciones)

Lección 13: Hoe laat is het? De klok lezen. (Decir la hora y leer el reloj.)

Infinitief Voltooid deelwoord
Aankomen (llegar) Aangekomen (Llegado)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) kom aan yo llego
(jij) komt aan/kom aan tú llegas/llega
(hij/zij/het) komt aan él/ella/llega
(wij) komen aan nosotros llegamos
(jullie) komen aan vosotros llegáis
(zij) komen aan ellos llegan

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) kwam aan yo llegué
(jij) kwam aan tú llegaste
(hij/zij/het) kwam aan él/ella/ello llegó
(wij) kwamen aan nosotros llegamos
(jullie) kwamen aan vosotros llegasteis
(zij) kwamen aan ellos llegaron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
(ik) ben aangekomen yo he llegado
(jij) bent aangekomen tú has llegado
(hij/zij/het) is aangekomen él/ella/ello ha llegado
(wij) zijn aangekomen nosotros hemos llegado
(jullie) zijn aangekomen vosotros habéis llegado
(zij) zijn aangekomen ellos han llegado

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
(ik) ben aangekomen yo he llegado
(jij) bent aangekomen tú has llegado
(hij/zij/het) is aangekomen él/ella/eso ha llegado
(wij) zijn aangekomen nosotros hemos llegado
(jullie) zijn aangekomen vosotros habéis llegado
(zij) zijn aangekomen ellas han llegado

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal aankomen yo llegaré
(jij) zult aankomen tú llegarás
(hij/zij/het) zal aankomen él/ella/llega
(wij) zullen aankomen nosotros llegaremos
(jullie) zullen aankomen vosotros llegaréis
(zij) zullen aankomen ellos llegarán

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal aangekomen zijn yo habré llegado
(jij) zult/aangkomen zijn tú habrás llegado
(hij/zij/het) zal aangekomen zijn él/ella/eso habrá llegado
(wij) zullen aangekomen zijn nosotros habremos llegado
(jullie) zullen aangekomen zijn vosotros habréis llegado
(zij) zullen aangekomen zijn ellos habrán llegado
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
(ik) zou aangekomen zijn yo llegaría
(jij) zou aangekomen zijn tú llegarías
(hij/zij/het) zou aangekomen zijn él/ella/eso habría llegado
(wij) zouden aangekomen zijn nosotros llegaríamos
(jullie) zouden aangekomen zijn vosotros llegaríais
(zij) zouden aangekomen zijn ellos llegarían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
(ik) zou aangekomen zijn yo habría llegado
(jij) zou aangekomen zijn tú habrías llegado
(hij/zij/het) zou aangekomen zijn él/ella/ello habría llegado
(wij) zouden aangekomen zijn nosotros habríamos llegado
(jullie) zouden aangekomen zijn vosotros habríais llegado
(zij) zouden aangekomen zijn ellos habrían llegado
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Kome aan! ¡Llega!