Zich wassen (lavarse) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente Incompleto, modo imperativo) Compartir ¡Copiado!

Zich wassen - Conjugación de lavarse en neerlandés: Tabla de conjugación, ejemplos y ejercicios en presente continuo, modo indicativo. (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente Incompleto, modo imperativo)
Todas las conjugaciones y tiempos: Zich wassen (lavarse) - Conjugación de verbos y ejercicios
Plan de estudios: Clase de neerlandés - Dagelijkse routines (Rutinas diarias)
Conjugación de lavarse en Presente de Indicativo
Neerlandés | Español |
---|---|
ik was me | me lavé |
jij wast je | tú te lavas |
hij/zij/het wast zich | Él/ella/ello se lava |
wij wassen ons | nos lavamos |
jullie wassen je | vosotros os laváis |
zij wassen zich | ellos se lavan |
Frases de ejemplo
Neerlandés | Español |
---|---|
Ik was me na het opstaan. | Me lavé después de levantarme. |
Jij wast je elke ochtend. | Te lavas cada mañana. |
Hij wast zich voor het ontbijt. | Se lava antes del desayuno. |
Wij wassen ons na het sporten. | Nosotros nos lavamos después de hacer deporte. |
Jullie wassen je snel voor het werk. | Os laváis rápido para el trabajo. |
Zij wassen zich altijd 's avonds. | Siempre se lavan por la noche. |
Ejercicio: Conjugación verbal
Instrucción: Elige la forma correcta.
wast je, wast zich, was me, wassen zich, wassen ons, wassen je
1.
Jullie ... snel voor het werk.
(Os laváis rápido para el trabajo.)
2.
Wij ... na het sporten.
(Nosotros nos lavamos después de hacer deporte.)
3.
Zij ... altijd 's avonds.
(Siempre se lavan por la noche.)
4.
Jij ... elke ochtend.
(Te lavas cada mañana.)
5.
Ik ... na het opstaan.
(Me lavé después de levantarme.)
6.
Hij ... voor het ontbijt.
(Se lava antes del desayuno.)