Zich voorstellen (presentarse) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente Incompleto, modo imperativo) Compartir ¡Copiado!
Zich voorstellen - Conjugación de presentarse en neerlandés: tabla de conjugación, ejemplos y ejercicios en presente continuo, modo indicativo. (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente Incompleto, modo imperativo)
Todas las conjugaciones y tiempos: Zich voorstellen (presentarse) - Conjugación de verbos y ejercicios
Plan de estudios: Clase de neerlandés - Je naam zeggen (Decir tu nombre)
Conjugación de presentarse en presente de indicativo
| Neerlandés | Español |
|---|---|
| (ik) stel me voor | me presento |
| (jij) stelt je voor / stel je voor | tú te presentas |
| (hij/zij/het) stelt zich voor | él/ella/ello se presenta |
| (wij) stellen ons voor | nos presentamos |
| (jullie) stellen je voor | vosotros os presentáis |
| (zij) stellen zich voor | Ellos se presentan |
Frases de ejemplo
| Neerlandés | Español |
|---|---|
| Ik stel me voor tijdens het sollicitatiegesprek. | Me presento durante la entrevista de trabajo. |
| Stel je voor aan de personeelszaken vandaag. | Tú te presentas a recursos humanos hoy. |
| Hij stelt zich voor aan de werkgever. | él se presenta al empleador |
| Wij stellen ons voor aan de afdeling marketing. | Nos presentamos al departamento de marketing. |
| Jullie stellen je voor aan de werkzoekenden. | Ustedes se presentan a los buscadores de empleo. |
| Zij stellen zich voor aan de personeelsmanager. | Ellos se presentan al gerente de personal. |
Ejercicio: Conjugación verbal
Instrucción: Elige la forma correcta.
stellen zich voor, stel, voor, stellen ons voor, stel me voor, stelt zich voor, stellen je voor, je