10K+ estudiantes - 4.8/5
Aprende con un profesor Materiales de aprendizaje incluidos Practicar conversación

Weten (saber) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de weten (saber) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

Weten (saber) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A2

Módulo 1: Reizen: op avontuur! (Viajar: ¡A lo desconocido!)

Lección 4: Op het vliegveld en in het vliegtuig. (En el aeropuerto y en el avión.)

Infinitief Voltooid deelwoord
Weten (Saber) Geweten (Conciencia)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) weet yo sé
(jij) weet/weten tú sabes
(hij/zij/het) weet él/ella/ello sabe
(wij) weten nosotros sabemos
(jullie) weten vosotros sabéis
(zij) weten ellos saben

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) wist yo supe
(jij) wist/wist je tú sabías/tú supiste
(hij/zij/het) wist él/ella/ello sabía
(wij) wisten nosotros sabíamos
(jullie) wisten vosotros supisteis
(zij) wisten ellos sabían

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
ik heb geweten yo he sabido
jij hebt geweten / jij hebt geweten tú has sabido
hij/zij/het heeft geweten Él/ella/ello ha sabido
wij hebben geweten nosotros hemos sabido
jullie hebben geweten vosotros habéis sabido
zij hebben geweten ellos/ellas han sabido

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
(ik) had geweten yo había sabido
(jij) had geweten / had je geweten tú habías sabido / habrías sabido
(hij/zij/het) had geweten él/ella/ello había sabido
(wij) hadden geweten nosotros habíamos sabido
(jullie) hadden geweten vosotros habíais sabido
(zij) hadden geweten ellos habían sabido

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal weten yo sabré
(jij) zal weten / zult weten tú sabrás
(hij/zij/het) zal weten él/ella/eso sabrá
(wij) zullen weten nosotros sabremos
(jullie) zullen weten vosotros sabréis
(zij) zullen weten ellos sabrán

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal geweten hebben yo habré sabido
(jij) zal geweten hebben / zul geweten hebben tú habrás sabido
(hij/zij/het) zal geweten hebben él/ella/ello habrá sabido
(wij) zullen geweten hebben nosotros habremos sabido
(jullie) zullen geweten hebben vosotros habréis sabido
(zij) zullen geweten hebben ellos habrán sabido
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
(ik) zou geweten hebben yo sabría
(jij) zou geweten hebben / zou geweten hebben tú sabrías
(hij/zij/het) zou geweten hebben él/ella/eso habría sabido
(wij) zouden geweten hebben nosotros sabríamos
(jullie) zouden geweten hebben vosotros habríais sabido
(zij) zouden geweten hebben ellos habrían sabido

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
(ik) zou geweten hebben yo habría sabido
(jij) zou geweten hebben tú habrías sabido
(hij/zij/het) zou geweten hebben él/ella/ello habría sabido
(wij) zouden geweten hebben nosotros habríamos sabido
(jullie) zouden geweten hebben vosotros habríais sabido
(zij) zouden geweten hebben ellos habrían sabido
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Weet! ¡Sabe!