Wensen (deseos) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de wensen (deseos) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

 Wensen (deseos) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A2

Módulo 5: Dagelijks huishouden (Labores domésticas diarias)

Lección 31: Bucketlist (Lista de deseos)

Infinitief Voltooid deelwoord
Wensen (deseos) Gewenst (Deseado)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) wens yo deseo
(jij) wenst/wens tú deseas
(hij/zij/het) wenst él/ella/ello desea
(wij) wensen nosotros deseamos
(jullie) wensen vosotros deseáis
(zij) wensen ellos desean

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) wenste yo deseaba
(jij) wenste/wenste tú deseaste
(hij/zij/het) wenste él/ella/ello deseó
(wij) wensten nosotros deseábamos
(jullie) wensten vosotros deseabais
(zij) wensten ellos desearon

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
ik heb gewenst yo he deseado
jij hebt gewenst / heb jij gewenst tú has deseado / has deseado
hij/zij/het heeft gewenst él/ella/eso ha deseado
wij hebben gewenst nosotros hemos deseado
jullie hebben gewenst vosotros habéis deseado
zij hebben gewenst ellos han deseado

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
(ik) had gewild/wou gewild yo había deseado
(jij) had gewild/wou gewild tú habías deseado
(hij/zij/het) had gewild/wou gewild él/ella/eso había deseado
(wij) hadden gewild/wouden gewild nosotros habíamos deseado
(jullie) hadden gewild/wouden gewild vosotros habíais deseado
(zij) hadden gewild/wouden gewild ellos/desearon

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal hebben gewenst yo desearé
(jij) zal hebben gewenst / zult hebben gewenst tú habrás deseado
(hij/zij/het) zal hebben gewenst él/ella/ello habrá deseado
(wij) zullen hebben gewenst nosotros desearemos
(jullie) zullen hebben gewenst vosotros habréis deseado
(zij) zullen hebben gewenst ellos desearán

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal gewenst hebben yo habré deseado
(jij) zal gewenst hebben / zul gewenst hebben tú habrás deseado
(hij/zij/het) zal gewenst hebben él/ella/ello habrá deseado
(wij) zullen gewenst hebben nosotros habremos deseado
(jullie) zullen gewenst hebben vosotros habréis deseado
(zij) zullen gewenst hebben ellos habrán deseado
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
ik zou wensen yo desearía
jij zou wensen tú desearías
hij/zij/het zou wensen él/ella/eso desearía
wij zouden wensen nosotros desearíamos
jullie zouden wensen vosotros desearíais
zij zouden wensen ellos desearían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
ik zou gewenst hebben yo desearía
jij zou gewenst hebben / zou gewenst hebben tú habrías deseado
(hij/zij/het) hij zou gewenst hebben / zij zou gewenst hebben / het zou gewenst hebben él habría deseado / ella habría deseado / ello habría deseado
wij zouden gewenst hebben nosotros desearíamos
jullie zouden gewenst hebben vosotros habríais deseado
zij zouden gewenst hebben Ellos desearían
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Wens! tú deseas