10K+ estudiantes - 4.8/5
Aprende con un profesor Materiales de aprendizaje incluidos Practicar conversación

Vullen (llenar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de vullen (llenar) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

Vullen (llenar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A2

Módulo 1: Reizen: op avontuur! (Viajar: ¡A lo desconocido!)

Lección 2: Je bagage pakken (Empacar tu equipaje)

Infinitief Voltooid deelwoord
Vullen (llenar) Gevuld (Lleno)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) vul yo lleno
(jij) vult / vul tú llenas / llena
(hij/zij/het) vult él/ella/ello llena
(wij) vullen nosotros llenamos
(jullie) vullen vosotros llenáis
(zij) vullen ellas llenan

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) vulde yo llené
(jij) vulde/vuldde tú llenaste
(hij/zij/het) vulde él/ella/ello llenó
(wij) vulden nosotros llenamos
(jullie) vulden vosotros llenasteis
(zij) vulden ellas llenaron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
ik heb gevuld he llenado
jij hebt gevuld / heb jij gevuld tú has llenado / has llenado
hij/zij/het heeft gevuld él/ella/ello ha llenado
wij hebben gevuld nosotros hemos llenado
jullie hebben gevuld vosotros habéis llenado
zij hebben gevuld ellos han llenado

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
(ik) heb gevuld yo he llenado
(jij) hebt gevuld / hebt gevuld? tú has llenado / has llenado
(hij/zij/het) heeft gevuld él/ella/eso ha llenado
(wij) hebben gevuld nosotros hemos llenado
(jullie) hebben gevuld vosotros habéis llenado
(zij) hebben gevuld ellas han llenado

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal vullen / zal gaan vullen yo llenaré
(jij) zal vullen / zal gaan vullen tú llenarás / tú vas a llenar
(hij/zij/het) zal vullen / zal gaan vullen él/ella/ello llenará
(wij) zullen vullen / zullen gaan vullen nosotros llenaremos/nosotros vamos a llenar
(jullie) zullen vullen / zullen gaan vullen vosotros llenaréis / vais a llenar
(zij) zullen vullen / zullen gaan vullen ellas llenarán / ellas van a llenar

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal hebben gevuld yo habré llenado
(jij) zal/zult hebben gevuld tú habrás llenado
(hij/zij/het) zal hebben gevuld él/ella/eso habrá llenado
(wij) zullen hebben gevuld nosotros habremos llenado
(jullie) zullen hebben gevuld vosotros habréis llenado
(zij) zullen hebben gevuld ellos habrán llenado
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
(ik) conditionele_tegenwoordige_tijd (compound) yo llenaría
(jij) ik zou vullen tú llenarías
(hij/zij/het) jij zou vullen / zou jij vullen él/ella/eso llenaría / tú llenarías
(wij) hij/zij/het zou vullen nosotros llenarían
(jullie) wij zouden vullen vosotros llenaríais
(zij) jullie zouden vullen ellos/ellas ustedes llenarían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
ik zou gevuld hebben yo habría llenado
jij zou gevuld hebben / zou je gevuld hebben tú habrías llenado / habrías llenado
(hij/zij/het) hij zou gevuld hebben él habría llenado
wij zouden gevuld hebben nosotros habríamos llenado
jullie zouden gevuld hebben vosotros habríais llenado
zij zouden gevuld hebben ellos habrían llenado
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Vul! ¡Llena!