10K+ estudiantes - 4.8/5
Aprende con un profesor Materiales de aprendizaje incluidos Practicar conversación

Uitgaan (salir) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de uitgaan (salir) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

Uitgaan (salir) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A2

Módulo 3: Weekendplannen (Planes para el fin de semana)

Lección 17: Vrienden bezoeken (Visitando amigos)

Infinitief Voltooid deelwoord
Uitgaan (salir) Uitgegaan (salido)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) ga uit yo salgo
(jij) gaat uit/ga uit tú sales/sal
(hij/zij/het) gaat uit él/ella/eso sale
(wij) gaan uit nosotros salimos
(jullie) gaan uit vosotros salís
(zij) gaan uit ellas salen

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) ging uit yo salí
(jij) ging uit tú saliste
(hij/zij/het) ging uit él/ella/ello salió
(wij) gingen uit nosotros salimos
(jullie) gingen uit vosotros salisteis
(zij) gingen uit ellos salieron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
(ik) ben uitgegaan yo he salido
(jij) bent uitgegaan / bent uitgegaan? tú has salido
(hij/zij/het) is uitgegaan él/ella/ello ha salido
(wij) zijn uitgegaan nosotros hemos salido
(jullie) zijn uitgegaan vosotros habéis salido
(zij) zijn uitgegaan ellas han salido

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
ik ben uitgegaan yo salí
jij bent uitgegaan / ben jij uitgegaan? tú has salido / ¿has salido tú?
hij/zij/het is uitgegaan él/ella/ello salió
wij zijn uitgegaan nosotros salimos
jullie zijn uitgegaan vosotros salisteis
zij zijn uitgegaan ellos salieron

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
ik zal uitgaan yo saldré
jij zult uitgaan / zal uitgaan tú saldrás
(hij/zij/het) hij zal uitgaan él saldrá
wij zullen uitgaan nosotros saldremos
jullie zullen uitgaan vosotros vais a salir
zij zullen uitgaan ellos saldrán

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal uitgegaan zijn yo habré salido
(jij) zult uitgegaan zijn / zul uitgegaan zijn tú habrás salido
(hij/zij/het) zal uitgegaan zijn él/ella/ello habrá salido
(wij) zullen uitgegaan zijn nosotros habremos salido
(jullie) zullen uitgegaan zijn vosotros habréis salido
(zij) zullen uitgegaan zijn ellos habrán salido
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
(ik) zou uitgaan yo saldría
(jij) zou uitgaan tú saldrías
(hij/zij/het) zou uitgaan él/ella/ello saldría
(wij) zouden uitgaan nosotros saldríamos
(jullie) zouden uitgaan vosotros saldríais
(zij) zouden uitgaan ellos saldrían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
ik zou uitgegaan zijn yo habría salido
jij zou uitgegaan zijn tú habrías salido
hij/zij/het zou uitgegaan zijn él/ella/eso habría salido
wij zouden uitgegaan zijn nosotros habríamos salido
jullie zouden uitgegaan zijn vosotros habríais salido
zij zouden uitgegaan zijn ellos habrían salido
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Ga uit! tú sal