10K+ estudiantes - 4.8/5
Aprende con un profesor Materiales de aprendizaje incluidos Practicar conversación

Stappen (pasos) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de stappen (pasos) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

Stappen (pasos) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A2

Módulo 3: Weekendplannen (Planes para el fin de semana)

Lección 21: Op zondag een wandeling maken. (Caminar el domingo.)

Infinitief Voltooid deelwoord
Stappen (pasos) Gestapt (andado)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) stap yo paso
(jij) stapt / stap tú das pasos / das pasos
(hij/zij/het) stapt él/ella/eso da pasos
(wij) stappen nosotros damos pasos
(jullie) stappen vosotros pasos
(zij) stappen ellas dan pasos

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) stapte yo pasé
(jij) stapte/stapte tú diste pasos/tú andaste
(hij/zij/het) stapte él/ella/eso dio pasos
(wij) stapten nosotros pasamos
(jullie) stapten vosotros pasasteis
(zij) stapten ellos pasaron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
ik ben gestapt yo he dado pasos
jij bent gestapt / ben jij gestapt tú has dado pasos / has dado pasos
hij/zij/het is gestapt él/ella/eso ha dado pasos
wij zijn gestapt nosotros hemos dado pasos
jullie zijn gestapt vosotros habéis dado pasos
zij zijn gestapt ellos han dado pasos

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
(ik) heb gestapt yo caminé
(jij) hebt gestapt / hebt gestapt tú has dado pasos
(hij/zij/het) heeft gestapt él/ella/eso ha caminado
(wij) hebben gestapt nosotros hemos caminado
(jullie) hebben gestapt vosotros habéis dado pasos
(zij) hebben gestapt ellos han pasado

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal stappen yo daré pasos
(jij) zal stappen / zult stappen tú caminarás
(hij/zij/het) zal stappen él/ella/eso dará pasos
(wij) zullen stappen nosotros estaremos dando pasos
(jullie) zullen stappen vosotros vais a pasos
(zij) zullen stappen ellos darán pasos

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal gestapt hebben yo habré caminado
(jij) zal gestapt hebben/zult gestapt hebben tú habrás dado pasos
(hij/zij/het) zal gestapt hebben él/ella/eso habrá caminado
(wij) zullen gestapt hebben nosotros habremos caminado
(jullie) zullen gestapt hebben vosotros habréis dado pasos
(zij) zullen gestapt hebben ellos habrán caminado
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
(ik) zou zijn gestapt yo daría pasos
(jij) zou zijn gestapt tú darías pasos
(hij/zij/het) zou zijn gestapt él/ella/ello daría pasos
(wij) zouden zijn gestapt nosotros daríamos pasos
(jullie) zouden zijn gestapt vosotros habríais pasado
(zij) zouden zijn gestapt ellos darían pasos

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
ik zou gestapt zijn yo habría dado pasos
jij zou gestapt zijn / zou gestorven zijn tú habrías caminado / tú habrías muerto
(hij/zij/het) hij zou gestapt zijn / zou gestorven zijn él habría dado pasos / él habría muerto
wij zouden gestapt zijn nosotros habríamos dado pasos
jullie zouden gestapt zijn vosotros habríais dado pasos
zij zouden gestapt zijn ellos habrían caminado
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Stappen! tú pasos