Sluiten (cerrar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de sluiten (cerrar) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

 Sluiten (cerrar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A1

Módulo 5: Thuis (En casa)

Lección 32: Meubilair (Muebles)

Infinitief Voltooid deelwoord
Sluiten (Cerrar) Gesloten (Cerrado)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) sluit yo cierro
(jij) sluit tú cierras
(hij/zij/het) sluit él/ella/eso cierra
(wij) sluiten nosotros cerramos
(jullie) sluiten vosotros cerráis
(zij) sluiten ellas cierran

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) sloot yo cerré
(jij) sloot tú cerraste
(hij/zij/het) sloot él/ella/eso cerró
(wij) sloten nosotros cerramos
(jullie) sloten vosotros cerrasteis
(zij) sloten ellas cerraron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
(ik) heb gesloten yo he cerrado
(jij) hebt/heb gesloten tú has cerrado
(hij/zij/het) heeft gesloten él/ella/ello ha cerrado
(wij) hebben gesloten nosotros hemos cerrado
(jullie) hebben gesloten vosotros habéis cerrado
(zij) hebben gesloten ellas han cerrado

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
(ik) heb gesloten yo he cerrado
(jij) hebt/heb gesloten tú has cerrado
(hij/zij/het) heeft gesloten él/ella/eso ha cerrado
(wij) hebben gesloten nosotros hemos cerrado
(jullie) hebben gesloten vosotros habéis cerrado
(zij) hebben gesloten ellos han cerrado

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal gesloten hebben yo habré cerrado
(jij) zult gesloten hebben / zal gesloten hebben tú habrás cerrado
(hij/zij/het) zal gesloten hebben él/ella/ello habrá cerrado
(wij) zullen gesloten hebben nosotros cerraremos
(jullie) zullen gesloten hebben vosotros cerraréis
(zij) zullen gesloten hebben ellos habrán cerrado

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal hebben gesloten yo habré cerrado
(jij) zult/zal hebben gesloten tú habrás cerrado
(hij/zij/het) zal hebben gesloten él/ella/eso habrá cerrado
(wij) zullen hebben gesloten nosotros habremos cerrado
(jullie) zullen hebben gesloten vosotros habréis cerrado
(zij) zullen hebben gesloten ellas habrán cerrado
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
(ik) zou sluiten yo cerraría
(jij) zou sluiten tú cerrarías
(hij/zij/het) zou sluiten él/ella/eso cerraría
(wij) zouden sluiten nosotros cerraríamos
(jullie) zouden sluiten vosotros cerraríais
(zij) zouden sluiten ellos cerrarían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
(ik) zou gesloten hebben yo habría cerrado
(jij) zou gesloten hebben tú habrías cerrado
(hij/zij/het) zou gesloten hebben él/ella/ello habría cerrado
(wij) zouden gesloten hebben nosotros habríamos cerrado
(jullie) zouden gesloten hebben vosotros habríais cerrado
(zij) zouden gesloten hebben ellos habrían cerrado
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Sluit! ¡Cierra!