Schenken (regalar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de schenken (regalar) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

 Schenken (regalar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A2

Módulo 3: Weekendplannen (Planes para el fin de semana)

Lección 17: Vrienden bezoeken (Visitando amigos)

Infinitief Voltooid deelwoord
Schenken (regalar) Geschonken (regalado)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) schenk yo regalo
(jij) schenkt / schenk tú regalas
(hij/zij/het) schenkt él/ella/ello regala
(wij) schenken nosotros regalamos
(jullie) schenken vosotros regaláis
(zij) schenken ellas regalan

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) schonk yo regalé
(jij) schonk / schonk tú regalaste
(hij/zij/het) schonk él/ella/eso regaló
(wij) schonken nosotros regalamos
(jullie) schonken vosotros regalasteis
(zij) schonken ellas regalaron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
(ik) heb geschonken yo he regalado
(jij) hebt geschonken/hebt geschonken? tú has regalado
(hij/zij/het) heeft geschonken él/ella/ello ha regalado
(wij) hebben geschonken nosotros hemos regalado
(jullie) hebben geschonken vosotros habéis regalado
(zij) hebben geschonken ellos han regalado

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
(ik) heb geschonken yo he regalado
(jij) heb geschonken / hebt geschonken tú has regalado / has regalado
(hij/zij/het) heeft geschonken él/ella/ello ha regalado
(wij) hebben geschonken nosotros hemos regalado
(jullie) hebben geschonken vosotros habéis regalado
(zij) hebben geschonken ellos han regalado

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal schenken yo regalaré
(jij) zult schenken / zal schenken tú regalarás
(hij/zij/het) zal schenken él/ella/ello regalará
(wij) zullen schenken nosotros regalaremos
(jullie) zullen schenken vosotros regalaréis
(zij) zullen schenken ellas regalarán

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal geschonken hebben yo habré regalado
(jij) zal geschonken hebben / zul geschonken hebben tú habrás regalado
(hij/zij/het) zal geschonken hebben él/ella/eso habrá regalado
(wij) zullen geschonken hebben nosotros habremos regalado
(jullie) zullen geschonken hebben vosotros habréis regalado
(zij) zullen geschonken hebben ellas habrán regalado
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
ik zou schenken yo regalaría
jij zou schenken tú regalarías
hij/zij/het zou schenken él/ella/eso regalaría
wij zouden schenken nosotros regalaríamos
jullie zouden schenken vosotros regalaríais
zij zouden schenken ellos regalarían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
ik zou geschonken hebben yo habría regalado
jij zou geschonken hebben / zou geschonken hebben tú habrías regalado
(hij/zij/het) hij zou geschonken hebben él habría regalado
wij zouden geschonken hebben nosotros habríamos regalado
jullie zouden geschonken hebben vosotros habríais regalado
zij zouden geschonken hebben ellos habrían regalado
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Schenk! regálate