Ophalen (recoger) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de ophalen (recoger) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

 Ophalen (recoger) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A2

Módulo 1: Reizen: op avontuur! (Viajar: ¡A lo desconocido!)

Lección 5: Transport huren (Alquila tu transporte)

Infinitief Voltooid deelwoord
Ophalen (Recoger) Opgehaald (Recogido)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) haal op yo recojo
(jij) haalt op / haal je op tú recoges/tú recoges
(hij/zij/het) haalt op él/ella recoge
(wij) halen op nosotros recogemos
(jullie) halen op vosotros recogéis
(zij) halen op ellos recogen

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) haalde op yo recogí
(jij) haalde op / haalde op tú recogiste
(hij/zij/het) haalde op él/ella/eso recogió
(wij) haalden op nosotros recogimos
(jullie) haalden op vosotros recogisteis
(zij) haalden op ellos recogieron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
(ik) heb opgehaald yo he recogido
(jij) hebt opgehaald/hebt opgehaald tú has recogido
(hij/zij/het) heeft opgehaald él/ella/ello ha recogido
(wij) hebben opgehaald nosotros hemos recogido
(jullie) hebben opgehaald vosotros habéis recogido
(zij) hebben opgehaald ellos han recogido

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
(ik) heb opgehaald yo he recogido
(jij) hebt opgehaald / hebt opgehaald tú has recogido/tú has recogido
(hij/zij/het) heeft opgehaald él/ella/ello ha recogido
(wij) hebben opgehaald nosotros hemos recogido
(jullie) hebben opgehaald vosotros habéis recogido
(zij) hebben opgehaald ellos han recogido

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal ophalen yo recogeré
(jij) zal ophalen / zult ophalen tú recogerás
(hij/zij/het) zal ophalen él/ella/eso recogerá
(wij) zullen ophalen nosotros recogeremos
(jullie) zullen ophalen vosotros recogeréis
(zij) zullen ophalen ellos recogerán

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal opgehaald hebben yo habré recogido
(jij) zult opgehaald hebben / zal opgehaald hebben tú habrás recogido
(hij/zij/het) zal opgehaald hebben él/ella/ello habrá recogido
(wij) zullen opgehaald hebben nosotros habremos recogido
(jullie) zullen opgehaald hebben vosotros habréis recogido
(zij) zullen opgehaald hebben ellas habrán recogido
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
(ik) zou opgehaald hebben yo habría recogido
(jij) zou opgehaald hebben tú recogerías
(hij/zij/het) zou opgehaald hebben él/ella/ello recogería
(wij) zouden opgehaald hebben nosotros recogeríamos
(jullie) zouden opgehaald hebben vosotros recogeríais
(zij) zouden opgehaald hebben ellos habrían recogido

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
(ik) zou opgehaald hebben yo habría recogido
(jij) zou opgehaald hebben tú habrías recogido
(hij/zij/het) zou opgehaald hebben él/ella/ello habría recogido
(wij) zouden opgehaald hebben nosotros habríamos recogido
(jullie) zouden opgehaald hebben vosotros habríais recogido
(zij) zouden opgehaald hebben ellos recogerían
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Haal op! recoge