10K+ estudiantes - 4.8/5

Aprende con un profesor Materiales de aprendizaje incluidos Practicar conversación

Openen (abrir) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de openen (abrir) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

 Openen (abrir) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A1

Módulo 5: Thuis (En casa)

Lección 32: Meubilair (Muebles)

Infinitief Voltooid deelwoord
Openen (Abrir) Geopend (Cargando traducción...)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
ik open yo abro
jij opent tú abres
hij/zij/het opent Él/ella abre
wij openen nosotros abrimos
jullie openen vosotros abrís
zij openen ellos abren

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
ik opende yo abrí
jij opende tú abriste
hij/zij/het opende Él/ella abrió
wij openden nosotros abrimos
jullie openden vosotros abristeis
zij openden ellos abrieron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
ik heb geopend yo he abierto
jij hebt geopend tú has abierto
hij/zij/het heeft geopend Él/ella/ello ha abierto
wij hebben geopend nosotros hemos abierto
jullie hebben geopend vosotros habéis abierto
zij hebben geopend ellos han abierto

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
ik heb geopend yo he abierto
jij hebt geopend tú has abierto
hij/zij/het heeft geopend Él/ella/ello ha abierto
wij hebben geopend nosotros hemos abierto
jullie hebben geopend vosotros habéis abierto
zij hebben geopend ellos/ellas han abierto

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
ik zal openen yo abriré
jij zult openen tú abrirás
hij/zij/het zal openen Él/ella/ello abrirá
wij zullen openen nosotros abriremos
jullie zullen openen vosotros abriréis
zij zullen openen ellos abrirán

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
ik zal hebben geopend yo habré abierto
jij zult/zal hebben geopend tú habrás abierto
hij/zij/het zal hebben geopend Él/ella/ello habrá abierto
wij zullen hebben geopend nosotros habremos abierto
jullie zullen hebben geopend vosotros habréis abierto
zij zullen hebben geopend ellos habrán abierto
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
ik zou openen yo abriría
jij zou openen tú abrirías
hij/zij/het zou openen él/ella/ello abriría
wij zouden openen nosotros abriríamos
jullie zouden openen vosotros abriríais
zij zouden openen ellos abrirían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
ik zou geopend hebben yo habría abierto
jij zou geopend hebben tú habrías abierto
hij/zij/het zou geopend hebben Él/ella abriría
wij zouden geopend hebben nosotros habríamos abierto
jullie zouden geopend hebben vosotros habríais abierto
zij zouden geopend hebben ellos habrían abierto
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Open! abre