10K+ estudiantes - 4.8/5
Aprende con un profesor Materiales de aprendizaje incluidos Practicar conversación

Meenemen (llevar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de meenemen (llevar) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

Meenemen (llevar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A2

Módulo 1: Reizen: op avontuur! (Viajar: ¡A lo desconocido!)

Lección 2: Je bagage pakken (Empacar tu equipaje)

Infinitief Voltooid deelwoord
Meenemen (Llevar) Meegenomen (llevado)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) neem mee yo llevo
(jij) neemt mee / neem je mee tú llevas / llevas
(hij/zij/het) neemt mee él/ella/ello lleva
(wij) nemen mee nosotros llevamos
(jullie) nemen mee vosotros lleváis
(zij) nemen mee ellos llevan

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) nam mee yo llevé
(jij) nam mee / nam je mee tú llevaste / llevaste
(hij/zij/het) nam mee él/ella/ello llevó
(wij) namen mee nosotros llevamos
(jullie) namen mee vosotros llevasteis
(zij) namen mee ellas llevaron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
(ik) heb meegenomen yo he llevado
(jij) hebt meegenomen / hebt meegenomen tú has llevado
(hij/zij/het) heeft meegenomen él/ella/eso ha llevado
(wij) hebben meegenomen nosotros hemos llevado
(jullie) hebben meegenomen vosotros habéis llevado
(zij) hebben meegenomen ellas han llevado

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
ik had meegenomen yo llevé
jij had meegenomen / had jij meegenomen tú habías llevado / habías llevado tú
hij/zij/het had meegenomen él/ella/ello había llevado
wij hadden meegenomen nosotros habíamos llevado
jullie hadden meegenomen vosotros habíais llevado
zij hadden meegenomen ellos llevaron

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal meenemen yo llevaré
(jij) zal meenemen / zult meenemen tú llevarás
(hij/zij/het) zal meenemen él/ella/ello llevará
(wij) zullen meenemen nosotros llevaremos
(jullie) zullen meenemen vosotros llevaréis
(zij) zullen meenemen ellos llevarán

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal meegenomen hebben yo habré llevado
(jij) zal meegenomen hebben / zul meegenomen hebben tú habrás llevado
(hij/zij/het) zal meegenomen hebben él/ella/ello habrá llevado
(wij) zullen meegenomen hebben nosotros habremos llevado
(jullie) zullen meegenomen hebben vosotros habréis llevado
(zij) zullen meegenomen hebben ellos habrán llevado
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
(ik) zou meenemen yo llevaría
(jij) zou meenemen tú llevarías
(hij/zij/het) zou meenemen él/ella/ello llevaría
(wij) zouden meenemen nosotros llevaríamos
(jullie) zouden meenemen vosotros llevaríais
(zij) zouden meenemen ellos llevarían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
ik zou meegenomen hebben yo habría llevado
jij zou meegenomen hebben / zou je meegenomen hebben tú habrías llevado / tú habrías llevado
(hij/zij/het) hij zou meegenomen hebben / zij zou meegenomen hebben / het zou meegenomen hebben él habría llevado / ella habría llevado / eso habría llevado
wij zouden meegenomen hebben nosotros habríamos llevado
jullie zouden meegenomen hebben vosotros habríais llevado
zij zouden meegenomen hebben ellos llevarían
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Neem mee! ¡Lleva!