Lezen (leer) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de lezen (leer) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

 Lezen (leer) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A1

Módulo 6: De stad en het dorp (La ciudad y el pueblo)

Lección 41: Hobby's beschrijven (Describir pasatiempos)

Infinitief Voltooid deelwoord
Lezen (leer) Gelezen (Leído)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) lees yo leo
(jij) leest/lees tú lees
(hij/zij/het) leest él/ella/ello lee
(wij) lezen nosotros leemos
(jullie) lezen vosotros leéis
(zij) lezen ellos leen

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) las yo leía
(jij) las tú leíste
(hij/zij/het) las él/ella/eso leyó
(wij) lazen nosotros leímos
(jullie) lazen vosotros leíais
(zij) lazen ellos leyeron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
(ik) heb gelezen yo he leído
(jij) hebt gelezen tú has leído
(hij/zij/het) heeft gelezen él/ella/eso ha leído
(wij) hebben gelezen nosotros hemos leído
(jullie) hebben gelezen vosotros habéis leído
(zij) hebben gelezen ellos han leído

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
(ik) heb gelezen yo he leído
(jij) hebt gelezen / heb je gelezen? tú has leído / has leído tú
(hij/zij/het) heeft gelezen él/ella/ello ha leído
(wij) hebben gelezen nosotros hemos leído
(jullie) hebben gelezen vosotros habéis leído
(zij) hebben gelezen ellos han leído

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal/ga lezen yo leeré
(jij) zult/gaat lezen tú vas a leer
(hij/zij/het) zal/gaat lezen él/ella/ello va a leer
(wij) zullen/gaan lezen nosotros leeremos
(jullie) zullen/gaan lezen vosotros vais a leer
(zij) zullen/gaan lezen ellos leerán/van a leer

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal gelezen hebben yo habré leído
(jij) zult gelezen hebben/zal gelezen hebben tú habrás leído
(hij/zij/het) zal gelezen hebben él/ella/ello habrá leído
(wij) zullen gelezen hebben nosotros habremos leído
(jullie) zullen gelezen hebben vosotros habréis leído
(zij) zullen gelezen hebben ellos habrán leído
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
ik zou lezen yo aprendería
jij zou lezen tú aprenderías
hij/zij/het zou lezen él/ella/ello leería
wij zouden lezen nosotros leeríamos
jullie zouden lezen vosotros aprenderíais
zij zouden lezen ellos aprenderían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
(ik) zou gelezen hebben yo habría leído
(jij) zou gelezen hebben tú habrías leído
(hij/zij/het) zou gelezen hebben él/ella/ello habría leído
(wij) zouden gelezen hebben nosotros habríamos leído
(jullie) zouden gelezen hebben vosotros habríais leído
(zij) zouden gelezen hebben ellos habrían leído
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Lees! lee