Koken (cocinar) - Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs (Pretérito perfecto compuesto, modo imperativo)

 Koken (cocinar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Koken - Conjugación de cocinar en neerlandés: tabla de conjugación, ejemplos y ejercicios en el pretérito perfecto, modo indicativo. (Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs).

Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs (Pretérito perfecto compuesto, modo imperativo)

Todas las conjugaciones y tiempos: Koken (cocinar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Plan de estudios: Clase de neerlandés - Dagelijkse diensten (Servicios cotidianos)

Conjugación de cocinar en pretérito perfecto compuesto

Neerlandés Español
ik heb gekookt yo he cocinado
jij hebt gekookt tú has cocinado
hij/zij/het heeft gekookt Él/ella ha cocinado
wij hebben gekookt nosotros hemos cocinado
jullie hebben gekookt vosotros habéis cocinado
zij hebben gekookt ellos han cocinado

Frases de ejemplo

Neerlandés Español
Ik heb soep voor het kantoor gekookt. He cocinado sopa para la oficina.
Jij hebt gisteren het avondeten gekookt. Tú cocinaste la cena ayer.
Hij heeft voor de vakantie gekookt. Él ha cocinado para las vacaciones.
Wij hebben klaar om voor spoed te koken. Nosotros hemos terminado de cocinar para urgencias.
Jullie hebben samen in de school keuken gekookt. Vosotros habéis cocinado juntos en la cocina de la escuela.
Zij hebben voor de universiteit gekookt. Ellos han cocinado para la universidad.

Ejercicio: Conjugación verbal

Instrucción: Elige la forma correcta.

Mostrar traducción Mostrar respuestas

hebben, heeft, heb, hebt, gekookt

1.
Wij ... klaar om voor spoed te koken.
(Nosotros hemos terminado de cocinar para urgencias.)
2.
Hij ... voor de vakantie ....
(Él ha cocinado para las vacaciones.)
3.
Jullie ... samen in de school keuken ....
(Vosotros habéis cocinado juntos en la cocina de la escuela.)
4.
Ik ... soep voor het kantoor ....
(He cocinado sopa para la oficina.)
5.
Zij ... voor de universiteit ....
(Ellos han cocinado para la universidad.)
6.
Jij ... gisteren het avondeten ....
(Tú cocinaste la cena ayer.)