Hydrateren (hidratar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de hydrateren (hidratar) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

 Hydrateren (hidratar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A2

Módulo 4: Levensstijl (Estilo de vida)

Lección 25: Gezonde voeding en gewoontes (Comida y hábitos saludables)

Infinitief Voltooid deelwoord
Hydrateren (hidratar) Gehydrateerd (hidratado)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) hydrateer yo hidrato
(jij) hydrateert/hydrateer tú hidratas/hidrata
(hij/zij/het) hydrateert él/ella/eso hidrata
(wij) hydrateren nosotros hidratamos
(jullie) hydrateren vosotros hidratáis
(zij) hydrateren ellos hidratan

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) hydrateerde yo hidraté
(jij) hydrateerde/hydrateerde tú hidrataste
(hij/zij/het) hydrateerde él/ella/ello hidrató
(wij) hydrateerden nosotros hidratamos
(jullie) hydrateerden vosotros hidratabais
(zij) hydrateerden ellos hidrataron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
(ik) heb gehydrateerd yo he hidratado
(jij) hebt gehydrateerd / hebt gehydrateerd? tú has hidratado
(hij/zij/het) heeft gehydrateerd él/ella/eso ha hidratado
(wij) hebben gehydrateerd nosotros hemos hidratado
(jullie) hebben gehydrateerd vosotros habéis hidratado
(zij) hebben gehydrateerd ellos han hidratado

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
(ik) heb gehydrateerd yo he hidratado
(jij) hebt gehydrateerd / hebt gehydrateerd? tú has hidratado
(hij/zij/het) heeft gehydrateerd él/ella/ello ha hidratado
(wij) hebben gehydrateerd nosotros hemos hidratado
(jullie) hebben gehydrateerd vosotros habéis hidratado
(zij) hebben gehydrateerd ellos han hidratado

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal hydrateren yo hidrataré
(jij) zal hydrateren / zult hydrateren tú hidratarás
(hij/zij/het) zal hydrateren él/ella/ello va a hidratar
(wij) zullen hydrateren nosotros hidratamos
(jullie) zullen hydrateren vosotros vais a hidratar
(zij) zullen hydrateren ellos/ellas hidratarán

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal/héb gehydrateerd yo habré hidratado
(jij) zult/heb gehydrateerd tú habrás hidratado
(hij/zij/het) zal/heeft gehydrateerd él/ella/eso habrá hidratado
(wij) zullen/hebben gehydrateerd nosotros habremos hidratado
(jullie) zullen/hebben gehydrateerd vosotros habréis hidratado
(zij) zullen/hebben gehydrateerd ellos habrán hidratado
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
(ik) zou gehydrateerd hebben yo me habría hidratado
(jij) zou gehydrateerd hebben tú te hidratarías
(hij/zij/het) zou gehydrateerd hebben él/ella/ello habría hidratado
(wij) zouden gehydrateerd hebben nosotros habríamos hidratado
(jullie) zouden gehydrateerd hebben vosotros habríais hidratado
(zij) zouden gehydrateerd hebben ellos habrían hidratado

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
ik zou gehydrateerd hebben yo me habría hidratado
jij zou gehydrateerd hebben tú habrías hidratado
hij/zij/het zou gehydrateerd hebben él/ella/ello se habría hidratado
wij zouden gehydrateerd hebben nosotros nos habríamos hidratado
jullie zouden gehydrateerd hebben vosotros os habríais hidratado
zij zouden gehydrateerd hebben ellos habrían hidratado
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Hydrateer! tú hidratas