10K+ estudiantes - 4.8/5
Aprende con un profesor Materiales de aprendizaje incluidos Practicar conversación

Zoeken (buscar) - Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs (Condicional Presente, condicional)

Zoeken (buscar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Zoeken - Conjugación de Buscar en español: Tabla de conjugación, ejemplos y ejercicios en el tiempo condicional presente, modo condicional (Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs).

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs (Condicional Presente, condicional)

Todas las conjugaciones y tiempos: Zoeken (buscar) - Conjugación de verbos y ejercicios

Plan de estudios: lección de español - Pedir y dar direcciones. (Pedir y dar direcciones.)

Conjugación de buscar en el tiempo condicional presente

Español Español
ik zou zoeken yo buscaría
jij zou zoeken / zou jij zoeken tú buscarías / buscarías tú
(hij/zij/het) hij zou zoeken él buscaría
wij zouden zoeken nosotros buscaríamos
jullie zouden zoeken vosotros buscaríais
zij zouden zoeken ellos buscarían

Frases de ejemplo

Español Español
Ik zou zoeken naar een ambuullerd appartement. Buscaría un apartamento amueblado.
Zou jij zoeken in deze buurt voor een woning? ¿Buscarías en este barrio una vivienda?
Hij zou zoeken bij de nieuwe aanbieder van de inmobiliaria. Él buscaría en el nuevo proveedor de la inmobiliaria.
Wij zouden zoeken naar een chalet met drie slaapkamers. Buscaríamos un chalet con tres dormitorios.
Jullie zouden zoeken naar een contract de alquiler ambuullerd. Ustedes buscarían un contrato de alquiler ambulante.
Zij zouden zoeken de woning met het beste uitzicht. Ellos buscarían la vivienda con la mejor vista.

Ejercicio: Conjugación verbal

Instrucción: Elige la forma correcta.

Mostrar traducción Mostrar respuestas

jullie zouden zoeken, hij zou zoeken, ik zou zoeken, zij zouden zoeken, jij, zou, zoeken, wij zouden zoeken

1.
... naar een ambuullerd appartement.
(Ik zou zoeken naar een ambuullerd appartement.)
2.
... naar een chalet met drie slaapkamers.
(Wij zouden zoeken naar een chalet met drie slaapkamers.)
3.
... bij de nieuwe aanbieder van de inmobiliaria.
(Hij zou zoeken bij de nieuwe aanbieder van de inmobiliaria.)
4.
... ... ... in deze buurt voor een woning?
(Zou jij zoeken in deze buurt voor een woning?)
5.
... naar een contract de alquiler ambuullerd.
(Jullie zouden zoeken naar een contract de alquiler ambuullerd.)
6.
... de woning met het beste uitzicht.
(Zij zouden zoeken de woning met het beste uitzicht.)