Beschrijven (describir) - Conjugación de verbos y ejercicios

Conjugación de beschrijven (describir) para todos los tiempos verbales con frases de ejemplo y ejercicios.

 Beschrijven (describir) - Conjugación de verbos y ejercicios

Materiales de aprendizaje que implementan este verbo:

Nivel: A2

Módulo 3: Weekendplannen (Planes para el fin de semana)

Lección 21: Op zondag een wandeling maken. (Caminar el domingo.)

Infinitief Voltooid deelwoord
Beschrijven (describir) Beschreven (descrito)

Tiempos verbales

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Neerlandés Español
(ik) beschrijf yo describo
(jij) beschrijft/beschrijf tú describes/describo
(hij/zij/het) beschrijft él/ella/eso describe
(wij) beschrijven nosotros describimos
(jullie) beschrijven vosotros describís
(zij) beschrijven ellas describen

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Neerlandés Español
(ik) beschreef yo describía
(jij) beschreef/beschreefte tú describiste
(hij/zij/het) beschreef él/ella/eso describió
(wij) beschreven nosotros describimos
(jullie) beschreven vosotros describisteis
(zij) beschreven ellas describieron

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Neerlandés Español
(ik) heb beschreven yo he descrito
(jij) hebt beschreven/hebt beschreven tú has descrito
(hij/zij/het) heeft beschreven él/ella/eso ha descrito
(wij) hebben beschreven nosotros hemos descrito
(jullie) hebben beschreven vosotros habéis descrito
(zij) hebben beschreven ellos han descrito

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Neerlandés Español
(ik) heb beschreven yo he descrito
(jij) hebt beschreven / hebt beschreven tú has descrito
(hij/zij/het) heeft beschreven él/ella/eso ha descrito
(wij) hebben beschreven nosotros hemos descrito
(jullie) hebben beschreven vosotros habéis descrito
(zij) hebben beschreven ellos han descrito

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal beschrijven / zal gaan beschrijven yo describiré / voy a describir
(jij) zal beschrijven / zal gaan beschrijven tú describirás / vas a describir
(hij/zij/het) zal beschrijven / zal gaan beschrijven él/ella/ello describirá
(wij) zullen beschrijven / zullen gaan beschrijven nosotros describiremos / vamos a describir
(jullie) zullen beschrijven / zullen gaan beschrijven vosotros describiréis / vais a describir
(zij) zullen beschrijven / zullen gaan beschrijven ellos describirán / ellos van a describir

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Neerlandés Español
(ik) zal beschreven hebben yo habré descrito
(jij) zal beschreven hebben / zul beschreven hebben tú habrás descrito
(hij/zij/het) zal beschreven hebben él/ella/eso habrá descrito
(wij) zullen beschreven hebben nosotros habremos descrito
(jullie) zullen beschreven hebben vosotros habréis descrito
(zij) zullen beschreven hebben ellos habrán descrito
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Neerlandés Español
(ik) zou hebben beschreven yo describiría
(jij) zou hebben beschreven tú describirías
(hij/zij/het) zou hebben beschreven él/ella/ello describiría
(wij) zouden hebben beschreven nosotros describiríamos
(jullie) zouden hebben beschreven vosotros describiríais
(zij) zouden hebben beschreven ellos describirían

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Neerlandés Español
ik zou beschreven hebben yo habría descrito
jij zou beschreven hebben / zou jij beschreven hebben tú habrías descrito
(hij/zij/het) hij zou beschreven hebben / zij zou beschreven hebben / het zou beschreven hebben él/ella/ello habría descrito
wij zouden beschreven hebben nosotros habríamos descrito
jullie zouden beschreven hebben vosotros habríais descrito
zij zouden beschreven hebben ellos habrían descrito
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Neerlandés Español
Beschrijf! ¡Descríbeme!